De politie is bij spoedgevallen te vaak te laat ter plaatse. Bij noodgevallen is de norm om in negentig procent binnen vijftien minuten aanwezig te zijn. Dit wordt in geen enkele gemeente in deze regio gehaald. Landelijk is in 16% van de gevallen de politie te laat, dit percentage is bij de eenheid Oost-Nederland gelijk.
Politievakbond ACP noemt de situatie ‘onacceptabel’: ,,Als de politie in noodsituaties te laat komt, brengt dat grote risico’s voor burgers met zich mee. Dit komt puur doordat er te weinig operationele capaciteit is. De politieteams zijn onderbezet.” Er zijn volgens de ACP twee mogelijke oplossingen: fors meer agenten of drastisch inperken van het takenpakket. ,,Deze situatie is voor niemand goed, ook niet voor de politie zelf.”
Politiechef Arjan Mengerink – binnen de eenheid Oost-Nederland verantwoordelijk voor de reactietijden – is toch redelijk tevreden, ondanks dat de norm niet wordt gehaald. ,,De cijfers zijn wat vertekend. Als bijvoorbeeld een ambulance eerder bij een ongeval aankomt, krijgt de politieauto die onderweg is opdracht om sirene en zwaailicht uit te doen en met gewone snelheid verder te rijden. Hierdoor komen ze later aan en die tijd wordt wél in de statistieken meegenomen.”
De gemeente Putten spant de kroon: in bijna 28 procent van de spoedsituaties was de politie te laat. Burgemeester Henk Lambooij uit hierover zijn zorgen. ,,Ik ben niet tevreden met deze score. Ik heb contact opgenomen met de politie en gevraagd uit te zoeken waarom ze hier in Putten zo laag scoren. Ik wil graag dat het percentage volgend jaar omhoog gaat.”
