Een student uit Slovenië dacht een goede daad te hebben gedaan. Samen met studiegenoten ontdekte hij in 2013 een ernstig beveiligingslek in software van de politie. De software werd door agenten gebruikt om via een versleutelde verbinding met elkaar te kunnen communiceren. De 26 jarige scholier ontdekte dat in ruim 70 procent van de gevallen de informatie niet versleuteld werd verzonden. Vervolgens informeerde hij de politie maar die leek niks met de melding te doen.
Ruim drie jaar later besloot de student het lek openbaar te maken, het was toen nog steeds niet opgelost. Hierna kwam de politie wel in actie, dichtte het lek in de software en klaagde de student aan wegens het openbaar maken van het beveiligingslek en omdat hij meerdere hackpogingen had ondernomen. In februari, maart en december 2014 probeerde hij namelijk opnieuw in te breken op de politieservers.
De rechter veroordeelde de man tot een voorwaardelijke celstraf van vijftien maanden met een proeftijd van drie jaar.
De zaak kan uniek genoemd worden omdat bedrijven, overheidsdiensten en instellingen vaak dankbaar zijn voor de “hulp” van hackers. Meestal krijgen ze een bedankje of een financiële vergoeding van het bedrijf in kwestie. Dat een overheidsdienst ruim drie jaar niets met de melding heeft gedaan kan op zijn minst bijzonder genoemd worden.
